Met de wereldkampioenschappen voor landenteams achter de rug, ben ik inmiddels terug in Nederland. Een mooi moment dus om terug te kijken op dat WK. Het was een bijzondere editie, waarbij we onder meer te maken kregen met een blessure van Li Jie, waardoor onze bondscoach Li Jiao weer in actie moest komen als speelster. Het was ook een WK waar ik als ik naar mijzelf kijk tevreden op terug kijken. We zijn als dertiende geëindigd, waardoor we ook volgend jaar zeker zijn van een plekje in de A-Groep.
De eerste drie dagen speelden we in Zweden in een poule. De eerste dag tegen Noord-Korea en Roemenië, de volgende dag tegen Taipei en op de derde dag tegen Tsjechië en Polen. Tegen Noord-Korea verloren we, maar tegen Roemenië werd het toch wel een bijzondere avond. Hun coach kwam namelijk te laat, waardoor ze de opstelling niet konden bepalen. Voor het eerst was de nummering niet op ranking, maar op naam. Hun nummer vier en vijf speelden bovenin, waardoor wij best wat geluk hadden. Ondanks de hoge spanning won ik mijn partijen allebei en zo stonden we na de eerste dag op één overwinning uit twee wedstrijden.
Het werd daarna helaas een vervelende tweede dag. Hoewel we tegen Taipei hoopten te stunten, was het niet zo raar dat we verloren, maar Li Jie raakte geblesseerd en dat was wel ontzettend balen. We besloten af te wachten hoe het de volgende dag met haar zou gaan, maar bij het inspelen lukte het totaal niet. Onze fysio en een andere fysio kwam uiteindelijk tot de conclusie dat er een scheurtje in de spier zat. Dat heb ik ook even gehad en dan moet je echt rusten. Anders maak je het alleen maar erger.
In de laatste twee poule wedstrijden speelde ik op positie één en nam Li Jiao positie drie in. Zij gaf aan dat ze wou proberen om één wedstrijd vol te gaan en te kijken hoe dat dan weer ging. Mijn eerste wedstrijd tegen Tsjechië speelde ik goed en won ik, maar helaas liep het in de tweede partij anders. Na een 2-0 voorsprong in games en een 8-5 voorsprong in de derde game, mistte ik een bal en die bleef in mijn hoofd spelen. Daardoor verloor ik alsnog. Ik bleef wel gewoon spelen, maar het ging niet meer zo goed als daarvoor. Ik moest gewoon winnen en was na afloop dan ook echt boos op mezelf.
Voor mij was het daarna een uitdaging om weer goed te herstellen, want ik was best boos en teleurgesteld. We moesten ‘s avonds echter wel weer spelen, tegen Polen. Toen dat eenmaal zo was, dacht ik; nieuwe kansen! De eerste wedstrijd kwam ik weer 2-0 voor en probeerde ik mijn rust te bewaren. Die game won ik vervolgens ook met 11-9 en vervolgens wonnen we met het gehele team. We scoorden allen drie punten, waardoor we toch nog vierde werden en zo twee dagen vrij hadden. Dat was voor mij wel even goed, maar ook zeker voor Jiao, aangezien ze niet meer gewend is om wedstrijden te spelen.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Die twee vrije dagen heb ik gebruikt om me mentaal voor te bereiden en de spanning wat proberen weg te halen bij mezelf. In het begin was ik een beetje opgefokt en wilde ik graag presteren. Ondanks dat ik wel won, wilde ik dat in het tweede deel van het toernooi toch anders doen. We speelden tegen Wit-Rusland. Daar zat een verdedigster bij. Het hele toernooi speelde ik al goed tegen verdedigsters, maar ik verloor steeds net weer.
Ik gaf Jiao aan dat ik misschien toch wel wat meer het ritme moest zoeken waar ik vertrouwen in heb. Dat kan ik ook spelen als ik wat bang ben. De eerste wedstrijd won ik gemakkelijk en daarna won Jiao tegen die verdedigster. Kim won niet, waardoor ik ook tegen die verdedigster moest. Daarbij was ik echt bezig met het zoeken van mijn eigen ritme en zo won ik met 3-0. Zij is in het verleden Europees kampioen geweest, dus ik heb eindelijk eens van een echt goede verdedigster gewonnen. Daar ben ik blij mee en trots op. Een mooie persoonlijke overwinning.
De volgende dag speelden we om plek 13. Dat was belangrijk, want de nummers 1 t/m 14 zijn sowieso geplaatst voor de WK van volgend jaar. Anders gaat het via de wereldranglijst. Ook dan maken we een goede kans, maar stel dat Li Jie lang geblesseerd is en haar ranking kwijt raakt, is dat ook niet zeker. Daarom speelde Li Jiao en niet onze andere nummer vier. We moesten tegen Hongarije, wat altijd een goed team is.
De finales en halve finales werden in een andere zaal gespeeld dan waar wij om de dertiende plaats speelden. Daar was de sfeer wel echt minder. Jiao moest tegen Pota spelen. Zij verloor. Ik moest tegen Dóra Madarász. Dat is een speelster van mijn leeftijd en ik kwam 2-0 voor. Die game daarna had ik kunnen winnen, maar zij speelde een paar kamikaze ballen en had wat geluk. Ik had dus juist pech. Ze kwam tot 2-2 terug, maar ik wist me op te peppen. Ik vond van mezelf dat ik dat als nummer één niet mocht laten gebeuren en ging er weer voor. Zo won ik met 11-3.
Kim verloor helaas en toen moest ikzelf tegen Pota. Daar heb ik al zes of zeven keer tegen gespeeld en altijd verloren. Ze was dus een soort ‘angst gegner’. Bij de laatste keer in de Champions League had ik echter het gevoel dat ik haar kon hebben en nu dacht ik ‘ik ga het gewoon doen’. En ik kwam 2-0 voor! De derde game verloor ik net, maar ik kon mezelf oppeppen en kwam opnieuw met 9-7 voor. Dat was het moment dat ik een time out besloot te nemen, omdat de concentratie wat wegzakte. Het pakte goed uit, want vervolgens won ik met 11-7. Zo kwamen we op 2-2 en wist Li Jiao het heel slim uit te spelen, waardoor we in de eerste categorie blijven!
Britt